De 3 maanden jonge Phili kijkt liefdevol naar haar moeder
De 3 maanden jonge Phili kijkt liefdevol naar haar moeder

Phili Blogowski-Herschel schrijft ‘Ik heb het overleefd. Leef ik nog?’

Algemeen

ZEVENAAR - De omvang van het boekje staat in geen verhouding tot de tragiek van haar levensverhaal. Samen met historicus Jim Terlingen bracht Phili Blogowski-Herschel ‘Ik heb het overleefd. Leef ik nog?’ uit. In de 38 pagina’s tellende uitgave vertelt zij wat haar als Joods kind is overkomen in en na de Tweede Wereldoorlog. Het is te koop bij Rebers Boek en Buro.

Door Susan Wiendels

“Dat is maar tweehonderd meter van de plek waar Hanna Rosenboom-Bachrach, de oma van Phili tijdens en na de oorlog woonde”, wijst Willem Franck naar de plek waar nu sporthuis Luising is gehuisvest. De Zevenaarder doet al jarenlang onderzoek naar Joodse inwoners van zijn stad in de Tweede Wereldoorlog. “Dat waren er 49, slechts veertien hebben het overleefd.” Eén van hen is Hanna Rosenboom-Bachrach. Haar enige kind en dochter Rosette is de moeder van Phili. Rosette en haar man Nathan Herschel worden verraden tijdens de oorlog en overlijden op 4 juni 1943 in de gaskamers van vernietigingskamp Sobibor. Op dat moment verblijft het 4-jarige meisje in onderduik bij haar oma zonder weet te hebben van deze tragedie. Zelf ontsnapt ze aan dit lot dankzij een heldhaftige reddingspoging van Ria Greve. Na de oorlog verblijft ze opnieuw korte tijd bij haar oma in Zevenaar. Deze periode is geen lang leven beschoren vanwege de bemoeienis van de commissie OorlogsPleegKinderen (OPK). “De OPK handelde - onder het mom van het beste willen doen - slechter dan de Gestapo”, schrijft Phili. Pas als ze acht jaar is krijgt ze te horen dat ze definitief bij tante Fie mag blijven wonen, een nicht van haar vader. Dan pas begint haar leven opnieuw met een ziel vol diepe wonden. Ze schrijft: “Ik had de keuze om als 8-jarige in een depressie te duiken, of om van het leven te leren houden. Ik koos voor het laatste, hoewel de mate van traumatisering nooit kleiner wordt. Ik heb het overleefd. Ik leef. Dankzij de oneindige liefde waarmee mijn pleegmoeders en mijn grootmoeder mij hebben beschermd. Zij hebben me weer aan het lachen gemaakt met deze liefde en het de moeite waard gemaakt om te leven. Als ik een ontevreden blik had, zei mijn pleegmoeder Fie: “God heeft je een gezicht gegeven, maar je moet zelf glimlachen.”

Haar indrukwekkende levensverhaal over het verlies van een thuis, ouders, familie, gevoelens van angst, wantrouwen en vervreemding is te koop voor € 14,50. Willem Franck heeft regelmatig contact met Phili, die in Zürich woont: “Ze heeft aangegeven dat de hele opbrengst van het boekje gaat naar een stichting in Israël, die zich bekommert om het lot van de door de oorlogen daar wees geworden kinderen. Hoe bijzonder is dat?”

Phili in 1942 met haar oma Hanna