Afbeelding
Foto:

Meneer De Boer

Alarmfase 1. Onder pabo-studenten heersd taalarmoede. Geen wonder: er word sneller en slordiger geschreven én minder gelezen dan vroeger. Lang lefe de digitalisering. De taaltoets op de pabo bestaat uit 150 opgaven, verdeelt over vier onderdelen: spelling, grammatica, zinsopbouw en interpunctie. Daarvan moed je er 113 goed hebben voor een voldoende en toelating. Een kwart van de studenten haald dit niet. De andere 75% gaat onze kinderen en kleinkinderen op de lagere school leren hoe je een werkwoord moet vervoegen. Ik hou mijn hard vast. Natuurlijk, de Nederlands taal is weerbarstig, maar werkwoordspelling vald te leren. Zelfs nu steeds meer Engelse werkwoorden hun intreede doen. Het voltooit deelwoord van sms'en of lobbyen? De verleden tijd van deleten of barbecueën? Ik deletete en barbecuede. Met weemoed denk ik terug aan meneer De Boer, leraar Nederlands op het Liemers College. Hij stampte de regels erin en liet ons pubers oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Met resultaat. Ik moest echt moeite doen om in bijna elke zin van deze column een spellingsfout te fabriceren. Voor wie het om het even is en meer voor de inhoud gaat dan om correct schrijven, zal hier niet wakker van liggen. Ik wel. De lat moet hoger, zeker op lerarenleidingen. Ik pleid voor meer grammatica en spelling in het primair onderwijs en op de middelbare school, schrijven met de hand en meer lezen. Terug naar af. Terug naar meneer De Boer. Ik wens u veel leesplezier. Zonder spellingfouten.

Susan Wiendels