Afbeelding
Foto:

'Muziek zal altijd blijven bestaan'

Theo Hammink en zijn saxofoon, al 68 jaar een onafscheidelijk duo

GIESBEEK – Theo Hammink (78) zit al 68 jaar bij muziekvereniging St. Gregorius in Giesbeek. Samen met zijn saxofoon heeft hij het hele land al voorzien van prachtige klanken en bovenal veel plezier. Ook rollen als bestuurslid en (onder)dirigent zijn hem niet vreemd. Voor zijn jarenlange inzet werd hij 26 december 2022 zelfs beloond met een koninklijke onderscheiding.Theo is nu Lid in de Orde van de Oranje-Nassau. Een prachtige waardering, maar Theo is nog zeker niet klaar.

Door Indy Roelofs

Op een dag komt vader thuis met een koffertje onder zijn arm. Als negenjarige jongen opent Theo het koffertje en ziet daar het instrument waar hij verliefd op wordt. “Probeer er maar geluid uit te krijgen”, zegt vader, die zelf tuba speelt bij St. Gregorius. 
Theo is de tweede van vijf jongens in huize Hammink, de oudste doet al aan slagwerk bij dezelfde muziekvereniging. “In Giesbeek was er in de jaren vijftig niet ontzettend veel te doen, je koos voor de voetbal of voor de muziek. Ik had niet zo veel met voetbal,dus mijn keuze was snel gemaakt”. Op twaalfjarige leeftijd verruilt Theo zijn sopraan-saxofoon voor de bariton-saxofoon die hij voor de rest van zijn leven zal bespelen.

De muzikale marinier

Als hij 21 jaar is gaat Theo in militaire dienst bij de marine in Hilversum: “Het kwam voor mij precies goed uit. Ik kon me namelijk vrijwel direct aansluiten bij het matrozenkapel waar ze wel een bariton-saxofonist konden gebruiken”. Iedere ochtend repeteren ze van 08:00 tot 11:00 uur met op de vrijdag het hoogtepunt: de muzikale vlaggenparade. Ook op ouderdagen en officiersbeëdigingen wordt er veel muziek gespeeld. Zijn gehele diensttijd zit Theo in het matrozenkapel.

Bestuurslid

Als Theo terugkomt kan hij in Giesbeek vrijwel direct weer aan de gang bij St Gregorius: “Inmiddels was ik halverwege de twintig en wilde ik naast mijn rol in het orkest ook wel een rol als bestuurslid proberen, wat ik vervolgens achttien jaar heb gedaan.” Op een gegeven moment werd er gezocht naar een onderdirigent, die in actie kon komen wanneer de normale dirigent plots niet meer kon. Zonder enige cursus nam Theo deze rol op zich.
De functie van dirigent neemt Theo later ook aan bij de nieuwe hofkapel in Giesbeek, een minder serieuze groep die vooral carnavalsmuziek speelt. “Het plezier van het muziek maken ging hier samen met gezellige flauwekul onder het genot van een drankje. Je moest natuurlijk nog wel bij zinnen blijven om nog muziek te kunnen maken,” grapt Theo. Na een bestaan van dik tien jaar ebt de animo langzaam weg en wordt de hofkapel opgeheven.

Kennis overdragen

Na meer dan twintig jaar ervaring in de muziek wil Theo zijn kennis graag overdragen en begint hij met theorielesgeven aan de jeugd: “Dat vond ik heel leuk om te doen. Bij de muziek moet je, net als bij het autorijden, zowel theorie- als praktijkexamen doen. Muziektheorie was voor mij net als een kind helpen te leren lezen. Ik kreeg er enorm veel voldoening van, daarom heb ik het zeker veertig jaar gedaan”. Bij het geven van theorielesgeven blijft het niet voor Theo. Kinderen in Giesbeek willen namelijk ook laten horen wat ze kunnen. Daarom er het jeugdorkest opgericht met als dirigent en tevens voorman, Theo Hammink. “Op deze manier kon de jeugd laten zien wat ze geleerd hadden. Dit was vaak, zonder dat ze het zelf door hadden, al erg veel. Het leuke aan een jeugdorkest is dat er een doorstroom plaatsvindt. In totaal heeft het meer dan tien jaar bestaan.”

Cirkeltje rond

Theo Hammink is het muziek maken nog lang niet beu. Samen met ongeveer vijftig andere ouderen zit hij bij het Seniorenorkest de Liemers. Een keer per week komt de groep bij elkaar om te repeteren. Er wordt opgetreden in ouderenhuizen maar ook op Bevrijdingsdag. De rollen die hij daar vervult zijn voorspelbaar; plaatsvervangend dirigent en saxofonist. "Inmiddels zit ik ook al een tijdje bij het seniorenorkest. Het doet zeer om te zien dat sommigen gedwongen moeten stoppen wanneer ze niet meer in staat zijn te spelen. Gelukkig komen er altijd wel mensen bij die deze gaten uitstekend op kunnen vullen. Ik blijf doorgaan zolang het mogelijk is, ik heb er nog altijd plezier in. Wanneer ik ermee moet stoppen weet ik zeker dat het goed gaat komen met het muziekverenigingsleven. Mijn dochter speelt net als twee kleindochters de bugel. Mijn dochter zit ook in het bestuur van St. Gregorius, dat maakt het cirkeltje rond. Zolang de vereniging investeert in de jeugd komt het allemaal goed. Het leven is onvoorspelbaar, zeker is dat muziek altijd zal blijven bestaan”.