Het peilmerk uit 1926 geeft aan hoe hoog het water in het begin van dat jaar heeft gestaan
Het peilmerk uit 1926 geeft aan hoe hoog het water in het begin van dat jaar heeft gestaan Foto:

Overstroming in de Liemers

Iedereen heeft wel van die vaste gewoontes waarvan je niet eens weet waarom die er in de zijn gesleten. Als ik naar mijn werk in Velp bij Hogeschool Van Hall Larenstein fiets ga ik ’s ochtends altijd via het fietspad parallel aan de A12 over de IJssel. Op de terugweg altijd via de brug bij Westervoort en dan langs het spoor naar Duiven. Het spoor loopt hier al sinds 1856. Ondanks dat ik hier al sinds 1995 bijna elke doordeweekse dag langs fiets heb ik geen fysieke restanten uit die beginperiode van het spoor gezien. Toch is me een ingemetselde steen bij de plek waar de spoorlijn de Wijde Wetering kruist opgevallen. Het is een peilmerk uit 1926 en geeft aan hoe hoog het water in het begin van dat jaar heeft gestaan. Nu ligt deze plek hemelsbreed geen 500 meter van de bebouwde kommen van Duiven en Westervoort en er staan heel wat bomen omheen. Honderd jaar geleden was dit een zogenaamde rivierkom: een open vlakte met grasland. En in die winter van 1926 was het een watervlakte waar de spoordijk nog net bovenuit kwam. Het was een overstroming maar niet zoals wij ons dat voorstellen met grote gaten in de dijken en snel opkomend water. De dijkdoorbraak bij Pannerden zorgde er voor dat de verzwakte Liemerse Rijndijk niet doorbrak, de druk was van de dijk. Maar het kwelwater sijpelde wel onder de dijk door en het gemaal kon al dat water niet wegpompen. Dit was de laatste grote rivieroverstroming in Nederland, gelukkig is het in 1995 net goed gegaan. Ik fiets gewoon rustig door naar Duiven en meestal geniet ik gewoon van het mooie groen om me heen. Alleen als er gemaaid is en ik het peilmerk vanaf het fietspad kan zien ben ik me weer even bewust dat mijn vaste fietstocht zo maar anders kan lopen.