“De leukste uitdaging vind ik het werken met verschillende mensen."
“De leukste uitdaging vind ik het werken met verschillende mensen."

Leen den Besten, een verrijking voor de Liemers

Algemeen

ZEVENAAR - “Als ik van een onderwerp niks afweet, verdiep ik mij erin en daar komt dan een boek of artikel uit voort”, is een uitspraak van Leen den Besten die typerend is voor zijn persoonlijkheid. De veelzijdige Leen was onder andere werkzaam als predikant van de Protestantse Gemeente Zevenaar, heeft tientallen boeken geschreven, is voorzitter van stichting BLIJ Groessen en ga zo maar verder. Een gedreven man met veel talenten en mooie eigenschappen. 

Door Valerie Kramer

De wieg van Leen bevond zich in een klein boerendorpje Goudriaan genaamd. Zijn ouders vonden het belangrijk dat hij goed was voor dieren. Zo hield hij konijnen, duiven en kippen. “Van jongs af wilde ik graag dingen leren. Zo werkte ik op mijn negende bij een boer waar ik met de hand koeien leerde melken.”
Naast dierenliefde werd ook het geloof Leen met de paplepel ingegoten. Hij koestert hier warme herinneringen aan. Zo ging hij, als hij bij zijn oma logeerde, met de koets naar de kerk. “Het paard werd uitgespannen en gestald bij de smid. Van binnen was de koets bekleed met fluweel,” vertelt een stralende Leen. Ondernemen en leren stroomt door zijn aderen. Op zijn twaalfde levensjaar begint hij een eigen bloembollen- en zadenhandel. Van deze bijverdiensten kocht hij boeken. Op de lagere school was Leen altijd snel klaar. “Ik werkte in de tuin van de meester om bezig te blijven.” Niet geheel verrassend was, dat hij wilde doorleren. Zo ging hij naar de Kweekschool (tegenwoordig Pabo genoemd) en kwam hij voor de klas te staan. Hij kreeg de 5e klas onder zijn hoede, een moeilijke groep van maar liefst vijftig leerlingen. Door boeiend te vertellen kreeg hij het voor elkaar om de klas gemotiveerd en aan het werk te houden.

Geloof

 Duidelijk is dat Leen een echte studiebol is die ijverig te werk gaat. Dit was ook terug te zien in de wekelijkse kerkbijeenkomsten. Elke week kreeg de jeugd de taak een psalmversje uit het hoofd te leren. Jaar op jaar kreeg Leen als beloning een boek omdat hij de meeste tienen wist binnen te slepen. Later ging hij naar een knapenvereniging waar hij de rol van secretaris toegewezen kreeg. Toen hij achttien was, ging hij naar de jongelingsvereniging. Hij wist het al snel voor elkaar te krijgen dat de jongelingsvereniging en de meisjesvereniging samen gingen. Hij werd de eerste voorzitter van de nieuwe club. Op een gegeven moment was Leen toe aan een nieuwe uitdaging; hij wilde verder studeren. “In het dorp zeiden ze dat je het hoog in je bol had wanneer je door wilde leren, maar mijn moeder heeft mij hier altijd in gesteund.” Met zijn mooie jeugdervaring en de al bestaande interesse koos Leen ervoor om Grieks, Latijn en Hebreeuws te gaan studeren. Dit waren belangrijke bouwstenen om later verdere stappen te zetten in de wereld van theologie. Na zijn studie wilde hij niet werkzaam blijven op de universiteit. Leen wilde de praktijk in, zijn eigen tijd in kunnen delen en werken zonder concurrentie met anderen. Zo vond hij zichzelf in het predikantschap. Deze nieuwe ervaring wachtte op hem in Overijssel. 

Waardevolle toevoeging

De kracht van Leen ligt bij het opdoen en overbrengen van kennis. Zo deed hij tijdens zijn studie een onderzoek voor het instituut Kerk en Wereld. Hij onderzocht hoe je als kerk in een seculiere omgeving aanwezig en van betekenis kunt zijn voor mensen. Hier schreef hij een boek over: ‘In het centrum van de aandacht’. Leen vond het belangrijk dat er voor de medemens een plek was, waar naar hun verhaal geluisterd werd. Wonderbaarlijk genoeg had hij naast zijn studie en het lopende onderzoek in de zomer, nog tijd over om leiding te geven aan jongeren die recreatiewerk deden op campings door het hele land. Na aanleiding hiervan schreef hij een boek over spellen om kinderen een fijne vakantie met elkaar te bieden. Tijdens zijn studie deed hij ook allerlei bestuurlijk werk. Zo was hij lid van de faculteitsraad en later lid van het dagelijks bestuur van de Faculteit. Ook als predikant wist Leen waardevol te zijn voor zijn omgeving. De meeste voldoening haalde hij uit de huisbezoeken. Tussen de bezoeken door studeerde hij om artikelen te schrijven die kerk en samenleving gerelateerd waren. Het maken van een preek ging hem niet makkelijk af. “Ik was de hele zaterdag aan het schrijven en weer doorstrepen om een preek samen te stellen. Daarna moest ik het geheel overtypen zodat ik het zelf ook kon lezen”, vertelt Leen lachend. 

De Liemers in beeld

In het begin van de jaren tachtig werden predikanten door het hele land gezocht. Afgevaardigden van gemeenten kwamen horen hoe Leen preekte en een kerkdienst leidde, en gingen daarna met hem in gesprek. Zo kreeg hij een aanbod in Zevenaar. Binnen drie maanden was het gezin Den Besten naar deze gemeente verhuisd en heeft Leen van 1989 tot 2013 zijn steentje bijgedragen als predikant in de regio de Liemers. “De leukste uitdaging vind ik het werken met verschillende mensen.” Ook in zijn tijd hier in de regio liet Leen zijn griffel niet rusten. Hij schreef artikelen die je in eerste instantie niet met het geloof zou associëren. Zo schreef hij bijvoorbeeld artikelen over de Roma, extreemrechtse politieke partijen, en de Balkanoorlog. 

Leen en zijn werken

“Ik ben een generalist. Als ik ergens niks van af weet, dan ga ik mij erin verdiepen. Ik vergeet zelf snel wat ik gelezen heb. Schrijven helpt me om zaken helder te krijgen en mijn standpunt te bepalen.” Van zijn eigen werken beschouwt Leen de titels ‘Van animisme tot ietsisme’ en ‘Illusie of verlichting’ als zijn favorieten. Hij licht toe: “In deze boeken komt het meest expliciet naar voren hoe ik zelf denk. Een verantwoording; ik ben immers dominee.” De eerstgenoemde titel werd zelfs door de Hogeschool Windesheim verplicht gesteld als leerboek voor studenten. Het tweede boek werd in 2011 genomineerd als beste theologische boek van Nederland. Ook vandaag de dag zit Leen niet stil. Dit jaar zal hij zijn 78e boek uitbrengen: ‘500 jaar kerk en parochie in Zevenaar.’

"Ik ben een generalist. Als ik ergens niks van af weet, dan ga ik mij erin verdiepen"